Spelers die een goede hand krijgen zijn vaak gretig om zich in de bieding te storten. Soms iets te gretig. En dan kan het gebeuren dat er voor de beurt geboden wordt. Een ongeluk zit in een klein hoekje.
west | noord | oost | zuid |
1♣ | … | 1♦ |
Zuid biedt 1♦ voordat oost iets heeft gezegd. OW moeten nu direct de arbiter roepen. Wanneer zij dat niet doen accepteren ze feitelijk het bod voor de beurt van zuid. Als west iets biedt zonder de arbiter te raadplegen is het 1♦ bod daarmee geaccepteerd.
De arbiter zal het 1♦ bod van zuid annuleren en het bieden terug laten gaan naar oost. Nu zijn er verschillende mogelijkheden:
1. Oost past
In dat geval moet zuid zijn bod herhalen en is er verder geen straf
2. Oost past niet
Als oost een ander bod doet dan pas heeft dan consequenties voor NZ. Zuid mag bieden wat hij wil, maar voor noord gelden er restricties tijdens het verdere bieden.
Weer 2 mogelijkheden:
west | noord | oost | zuid |
1♣ | 1♠ | 2♦ |
a. Hier biedt zuid zijn ruitenkleur een niveau hoger. Noord moet nu één ronde verplicht passen.
b. Als zuid iets anders biedt dan 2♦ (bijvoorbeeld pas, 1SA of 3♦) mag noord helemaal niet meer bieden, hij mag alleen nog passen.
Dit kan behoorlijke consequenties hebben voor het bepalen van het bod van zuid:
♠ H 9
♥ 8 7 3
♦ A V B 9 2
♣ A 7 6
Als zuid met deze kaart voor de beurt 1♦ heeft geboden, is het onverstandig om na het 1♠ volgbod 2♦ te bieden. Noord moet immers een rondje passen. Als OW ook passen wordt 2♦ het eindcontract. Een beter bod is 3SA; dat zul je meestal wel halen.