Het STOP-kaartje


Het stopkaartje

Over de rode STOP-kaart bestaan hardnekkige misverstanden. Deze is zeker niet bedoeld om partner duidelijk te maken dat hij moet stoppen met bieden. De STOP-kaart wordt gebruikt bij het doen van een sprongbod. Hierna moet de volgende speler een pauze van tien seconden inlassen alvorens een bieding te doen. Het doel van de STOP-kaart kan het beste duidelijk gemaakt worden via een voorbeeld:

West Noord Oost Zuid A 3 2
1 H B 3
3♠ pas pas ? A H 9 7 6 2
2
Na de 1 opening van zuid volgt west met 3♠. Noord legt á tempo een paskaartje neer. Zuid besluit nu ook te passen. Dat blijkt een verstandige beslissing. Noord heeft:

♠ 8 4
10 8 6 5
8 4
♣ V B 7 6 3
3♠ gaat één down en NZ kunnen niets maken.

Stel nu dat Noord een tijd heeft nagedacht alvorens te passen. Zuid besluit nu om 3SA te bieden. Wederom blijkt dat de juiste beslissing, want dit is de dummy:

♠ 8 4
A 6 5
V 8 4
♣ V 10 7 6 3
NZ maken 3SA contract.

Zuid heeft hier de spelregels overtreden. Een bod mag niet beïnvloed worden door een denkpauze van partner. Maar bridge is wel een denksport. Het is begrijpelijk dat een speler soms wat tijd nodig heeft om tot een goed overwogen oordeel te komen. Dit geldt zeker na een hoog tussenbod.
De STOP-regel heeft als doel de speler die geconfronteerd wordt met het hoge tussenbod in staat te stellen om rustig over zijn bod na te denken zonder dat dit voor de partner ongeoorloofde informatie oplevert. Opzichtig gaan zitten wachten tot er ‘eindelijk’ gepast mag worden is natuurlijk ook niet de bedoeling.

 

Reacties zijn gesloten.